Worstenbroodje (Hatseflatse)
Aantal: 20 (kan in diepvries bewaard worden)
Duur: 2u30
Benodigdheden:
Deeg
600 gr bloem
10 gr suiker
7 gr droge gist
230 ml volle melk
70 gr roomboter
1 ei, geklutst
Worstjes
1 kg half-om-halfgehakt
100 gr paneermeel
1 ei
1 el mosterd
1 tl nootmuskaat
Bereiding:
1. Meng in een grote kom de bloem, suiker en gist.
2. Verwarm de melk met klontjes boter erin tot lauwwarm, waardoor de boter gaat smelten. Voeg de melk en boter toe aan de bloemmix terwijl je met een mixer of keukenmachine met deeghaken alles goed door elkaar mengt. Voeg tijdens het mengen het zout toe.
3. Haal het deeg uit de kom en kneed met de hand nog zeker 15 minuten tot het deeg elastisch is.
Verdeel de grote bal in balletjes van 40 gram.
Leg de balletjes op een bakplaat, dek ze af met plasticfolie en laat ze 30 minuten op kamertemperatuur rijzen
4. Meng het gehakt met paneermeel, ei, mosterd, nootmuskaat, peper en zout. Als je denkt dat het gehakt te droog is, voeg dan een klein scheutje melk toe. Draai van het gehakt 20 worstjes van 50 gram. Leg ze in de koelkast tot het deeg gerezen is.
5. Bestrooi het werkblad met bloem en rol de deegbolletjes uit tot ovale lappen waar de worstjes goed in passen. Leg op elke lap een worstje en vouw eerst de korte kant en daarna de lange kant net een beetje over elkaar naar binnen. Duw de naden goed dicht en rol ze over je werkblad zodat ieder broodje mooi rond is.
6. Leg bakpapier op de bakplaat en leg hierop de worstenbroodjes, met de naad naar beneden. Dek af met plasticfolie en laat ze 45 minuten op kamertemperatuur rijzen.
7. Verwarm de oven voor op 200 graden. Bestrijk de worstenbroodjes met het geklutste ei en bak ze in 25 à 30 minuten gaar en bruin.